De CO2-Prestatieladder is al 15 jaar de meest concrete norm voor CO2-reductie en heeft zich bewezen als een betrouwbare standaard. Maar hoe kan de Prestatieladder verder worden verbeterd, en is dat gelukt met versie 4.0?
Bij SmartTrackers geloven we dat het meten van duurzaamheid alleen zinvol is als het gekoppeld is aan een concrete doelstelling en een duidelijk verbeterprogramma. Onze software biedt om die reden alle benodigde functies om het proces van continue verbeteren op te kunnen volgen. Denk hierbij aan het op een flexibele manier kunnen opzetten van doelstellingen, doorrekenen van maatregelen gekoppeld aan besluitvorming voor het bepalen van een voorspellingstrend en scenario’s.
Met de komst van de CO2-Prestatieladder 4.0 verschuift de focus nog meer naar het opstellen en realiseren van een klimaat- of CO2-reductieplan wat naar onze mening perfect aansluit bij de ontwerpvisie van SmartTrackers.
Maar wat zijn precies de belangrijkste wijzigingen?
De nieuwe versie legt sterk de nadruk op het plannen en uitvoeren van maatregelen met een verplichting om de gestelde doelen te halen op alle treden. Voor trede 1 blijft de focus beperkt tot scope 1- en 2-emissies, maar hogere treden vereisen een bredere aanpak. Het sturen op materialiteit en de invloed in de waardeketen op basis van organisatie-activiteiten en de verbeteringen die zijn te behalen, worden nog belangrijker. In beginsel zal met een brede materialiteitsbepaling gewerkt worden.
Dieperliggende analyses zoals een MKI berekening of een levenscyclusanalyse kunnen noodzakelijk zijn om het gewenste inzicht te verkrijgen om vervolgstappen te zetten.
Een belangrijke toevoeging in versie 4.0 is de focus op ‘overige beïnvloedbare emissies’ (OBE’s). Dit zijn emissies die niet direct binnen scope 1, 2 of 3 vallen, maar waar een organisatie wel invloed op kan uitoefenen. Deze categorie bestaat uit:
Hoewel scope 1, 2 en 3 centraal blijven staan, biedt de toevoeging van OBE’s bedrijven meer mogelijkheden om de impact van de organisatie in een bredere maatschappelijke context te laten zien. Belangrijk hierbij is te benoemen dat innovatie meestal niet alleen leidt tot CO2-reductie, maar ook tot efficiëntere bedrijfsvoering en nieuwe kansen in de markt. Het los kunnen komen van GHG-P kan daarin ook ruimte bieden om na te denken over de invloed op het terugdringen van CO2-emissies in brede zin. Het kan dus zo breed zijn als het ontwikkelen van nieuwe materialen, het creëren van voorwaarden waardoor andere organisaties efficiënter kunnen werken, tot marketing die leidt tot een duurzamere keuze. Uiteraard is analyse en meetbaarheid van de effecten erg belangrijk om ‘luchtfietserij’ te voorkomen.
Op dit moment wordt bekeken hoe de verwijderde en vermeden emissies straks het beste bijgehouden kunnen worden in SmartTrackers. Daarbij geldt dat ze los en desgewenst in combinatie gerapporteerd moeten kunnen worden.
Een succesvolle transitie naar de nieuwe CO2-Prestatieladder op trede 2 en 3 begint met een scherpe analyse van de huidige organisatie-activiteiten. In plaats van direct te focussen op cijfers, is het zinvol om eerst te onderzoeken waar de meeste impact te behalen valt. Dit geldt zeker voor bedrijven die al langere tijd data verzamelen en nu met een frisse blik naar hun marktinvloed kunnen kijken.
Mogelijke oplossingsbenaderingen kunnen ook zijn:
Een van de grootste uitdagingen blijft het overtuigen van klanten en ketenpartners, zeker wanneer snelheid en prijs op de korte termijn vaak doorslaggevend zijn. Een harde CO2-reductiedoelstelling voor de gehele waardeketen kan het benodigde duwtje in de rug geven. De praktijk leert dat, zodra de drempel eenmaal is genomen, duurzamere oplossingen zich vanzelf bewijzen. Een mooi voorbeeld hiervan is de opkomst van duurzame energie: tien jaar geleden was het ondenkbaar dat meer dan 50% van het Nederlandse stroomverbruik uit duurzame bronnen zou komen. Vandaag is dat de realiteit, en de bijbehorende uitdagingen lossen we gaandeweg op. De creativiteit en wendbaarheid (als het moet) van de moderne samenleving laat ons wat dat betreft meestal positief verrassen.
De overstap naar de CO2-Prestatieladder 4.0 hoeft niet overhaast, maar eind volgend jaar moet iedereen de nieuwe norm volgen. Wacht dus niet te lang. Om de overgang soepel te laten verlopen, hebben we binnen SmartTrackers een eerste versie van een 4.0-assessment opgenomen.
Wil je weten waar jouw organisatie staat en welke stappen nodig zijn en hoe dit werkt in combinatie met het SmartTrackers gereedschap? Hierover zullen we binnenkort een webinar geven. Houd onze evenementenkalender in de gaten.
Royal Reesink is al enige tijd bezig met de voorbereidingen voor de CSRD en gebruikt daarvoor SmartTrackers.
Voor Royal Reesink – dat zich richt op het distribueren en onderhouden van machines in onder meer agricultuur, logistiek en bouw – is de CSRD geen compleet nieuwe exercitie, maar bijna een uitbreiding van wat ze toch al deden. Bijna 10 jaar geleden werd besloten met SmartTrackers te gaan werken en de duurzaamheidsdata jaarlijks te verzamelen.
Lees hier het interview met John Arts en Leo Smit.
De CO2-Prestatieladder wordt steeds internationaler en daarmee ook onze klantenkring. Eerder dit jaar werd JONS Civil Engineering het eerste Ierse bedrijf met een CO2-Prestatieladder gecertificeerd project. We zijn trots dat we dit project hebben mogen ondersteunen!
Toen JONS de aanbesteding ontving van Transport Infrastructure Ireland voor een wegdekreparatie, zagen ze kansen om dit project zo duurzaam mogelijk in te vullen. Dit werd mogelijk door de eis om een gestructureerd CO2-projectplan op te stellen volgens de CO2-Prestatieladder.
Gevraagd naar de reden dat SmartTrackers gekozen werd ter ondersteuning van dit project, noemt Naomi Cahoon (IT & Analytics Manager JONS) de volledigheid van het systeem. Er is één systeem voor de gehele cyclus van informatieverzameling, rapportage en sturing op doelstellingen door de effecten van je CO2-reducerende maatregelen te berekenen. JONS ziet in Ierland hetzelfde gebeuren als in Nederland. Steeds meer aanbestedingen vragen om organisatiebrede CO2-reductieprogramma’s.
Wat betreft de CO2-Prestatieladder, omschrijft Barry Mathers (Contracts Director JONS) de SmartTrackers software als volgt: “Het plaatje was er al, we moesten het alleen nog inkleuren.”
JONS hecht veel waarde aan het helpen van hun klanten om zo snel mogelijk over de eerste stap van gegevensverzameling heen te komen. Zo kunnen ze zich richten op de belangrijkere taak van het verminderen van hun CO2-uitstoot. Zoals de meeste bedrijven had JONS enige vertraging in dit proces door de betrokkenheid van onderaannemers. Na het nemen van deze drempel, verliep de visualisatie van hun CO2-voetafdruk soepel en konden ze zich richten op hun CO2-reducerende maatregelen. Dit bleek een interessant proces te zijn. Door maatregelen te kwantificeren, konden ze zich richten op de grootste besparingen. Soms zijn de minst zichtbare maatregelen, zoals het verminderen van gebruik, de meest effectieve.
De meest effectieve maatregelen van JONS bleken het hergebruik van de bovenlaag van het wegdek en het gebruik van HVO100 voor hun machines en dieselvoertuigen te zijn. Het totale project werd gerealiseerd met 300 ton minder CO2-uitstoot in vergelijking met conventionele wegdekherstelprojecten. De goed onderbouwde berekening en de transparantie van het SmartTrackers platform maakte het mogelijk om de audit soepel te laten verlopen.
In de zoektocht naar manieren om de CO2-uitstoot wereldwijd te verminderen, komt het concept van “vermeden CO2-uitstoot” steeds vaker in beeld. Bedrijven benoemen het in duurzaamheidsrapportages en het lijkt één van de speerpunten te worden van de CO2-Prestatieladder 4.0, maar wat houdt het precies in? En hoe verhoudt het zich tot het Greenhouse Gas Protocol? In dit artikel verkennen we het idee van vermeden CO2-uitstoot, hoe het past in de huidige regelgeving, en hoe bedrijven en consumenten dit concept kunnen omarmen voor een duurzamere toekomst.
Vermeden CO2-uitstoot verwijst naar het verminderen van uitstoot door veranderingen die indirect bijdragen aan lagere emissies. Je kunt hierbij denken aan:
Het betreft dus activiteiten die emissies voorkomen zonder dat ze direct binnen de controle van een bedrijf vallen. Soms wordt dit in relatie tot het GHP-protocol als een “scope 4” beschreven (een informele categorie dus). Het idee hierachter is dat vermeden emissies lastig toe te kennen zijn aan één bedrijf. De risico’s hierbij zijn dat de emissiereductie dubbel geteld wordt, of helemaal niet geteld wordt. In essentie betekent dit een uitdaging in de methodiek, terwijl samenwerking tussen verschillende organisaties in de keten essentieel is om slim te verduurzamen.
In de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) wordt het concept van vermeden CO2-uitstoot minder duidelijk benoemd. Hier ligt de nadruk op CO2-opslag en CO2-reducerende projecten, zoals gefinancierd via carbon credits (E1-7 GHG removals and GHG mitigation projects). Dit is een bredere benadering die gericht is op het creëren van CO2-reductie, maar laat minder ruimte voor de meer abstracte vermijding van CO2-uitstoot buiten de eigen bedrijfsvoering. In de context van de CO2 Prestatieladder 4.0 wordt vermeden CO2-uitstoot een belangrijk speerpunt. Het richt zich op het sturen naar de meeste positieve impact, maar de exacte richtlijnen hiervoor worden nog ontwikkeld. Het doel is om bedrijven te helpen bij het effectief verminderen van hun CO2-uitstoot en tegelijkertijd te zorgen voor een collectieve vooruitgang.
Sommigen stellen dat het nodig is om een aparte scope (scope 4) toe te voegen binnen het GHG-protocol om vermeden CO2-uitstoot te kwantificeren. Vermeden CO2 is namelijk vaak moeilijker meetbaar, abstracter en moeilijker toe te kennen dan de scope 1, 2, en 3 emissies. In de praktijk zien we dit al terug. Neem bijvoorbeeld het gescheiden inzamelen van afval: wie moet de positieve effecten hiervan claimen? Is het de producent die het afval gescheiden aanlevert, de verwerker die het opnieuw gebruikt, of de partij die het uiteindelijk weer in de productieketen integreert? Dit soort discussies ontstaan vaak omdat het lastig is om de werkelijke impact van elke stap te meten en toe te rekenen. Een vrachtwagen die begrensd wordt op maximale snelheid: is dat de producent die de begrenzing mogelijk maakt of toch de transporteur die de keuze maakt tot het begrenzen van de snelheid? Het ene leidt tot het andere en je hebt meerdere stappen nodig om tot resultaat te komen.
Als je goed kijkt naar het GHG-P scope 3 dan valt veel vermeden CO2-uitstoot al in de downstream-effecten van de waardeketen. Wanneer bijvoorbeeld een bedrijf energiezuinige producten verkoopt, heeft dit direct een positieve invloed op de scope 1 of 2 uitstoot van de afnemer. In de filosofie van het GHG-protocol gaat het in scope 3 om het reduceren van de CO2-uitstoot in de waardeketen. Een goed voorbeeld hiervan is ‘upstream’ de aankoop van duurzame materialen door een aannemer, wat leidt tot een grotere productie van deze materialen en een vermindering van de productie van minder duurzame alternatieven. Evenzo kan een consument door duurzame keuzes te maken, zoals het kopen van hoogwaardige kleding, een enorme invloed uitoefenen op de productieketen van kleding. Zonder afnemers van hoogwaardig gerecycled kunststof geen verwerkende industrie.
Praktische voorbeelden kunnen helpen om een beter beeld te krijgen van vermeden CO2 emissies. Een belangrijk voorbeeld is hoe een bedrijf duurzamere alternatieve kan bieden door samen te werken met klanten. Zo kon een klant van ons (een verpakkingsproducent) tot wel 30% Co2-uitstoot verminderen in de inkoop en verwerking door geen gemetalliseerd papier meer te gebruiken. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen een kunststofproducent en een afvalverwerker die gerecycled kunststof gebruikt om de impact van virgin materialen te verminderen. Door direct te redeneren vanuit een duurzamer eindproduct of dienst krijgt de gehele waardeketen ruimte om hier duurzaamheidsvoordeel uit te halen voor hun eigen proces. Life Cycle Analyses (LCA’s) kunnen daarin een goed richtinggevend instrument zijn, omdat hiermee vaak verder ingezoomd wordt op het gehele bedrijfsproces rondom één product of productgroep. Neem ze overigens niet te letterlijk, dat leidt weer tot dogmatische keuzes door het snapshot-effect van LCA’s. Daarover in een vervolg artikel meer.
Hoewel de ideeën rondom vermeden CO2-uitstoot logisch lijken, stuiten we in de praktijk vaak op economische en systeemtechnische barrières. Onze huidige consumptiecultuur en daarmee onze economie is gericht op maximaliseren, wat veelal tegen duurzame keuzes ingaat. Neem bijvoorbeeld de verschuiving van de eenvoudige fiets naar een elektrische, met een hogere CO2-uitstoot in de productie en een kortere levensduur. Het is juist op deze plekken in de productlevenscyclus waar enorme kansen liggen voor CO2-reductie. Er is een groeiende behoefte aan economische modellen die de langere levensduur van producten weer aantrekkelijker maken. Dit vereist slimme wet- en regelgeving (met de WPM als een minder slim voorbeeld) en heroverweging van de manier waarop we financiële waarde toekennen aan producten en diensten. Dit is uiteraard complex en vergt tijd. Niettemin, we hebben genoeg kansen om in overleg met ketenpartners tot een serieuze versnelling te komen.
De aanpak van vermeden CO2-uitstoot biedt enorme kansen voor bedrijven en consumenten om hun impact te verkleinen. Kijk daarbij zo vrij mogelijk zonder direct in de modellen vast te gaan zitten waar nu welke besparing hoort.
Door samen te werken met ketenpartners, duurzamere alternatieven te zoeken en slimme keuzes te maken, kunnen we grote CO2-besparingen realiseren. Het draait niet altijd om de juiste vakjes in te vullen of een gedetailleerde berekening te maken. Het draait om de bredere aanpak van CO2-reductie die voor iedereen voordelen oplevert. Het motto “we kunnen meer met minder” is hierbij het uitgangspunt voor een duurzamere toekomst.
Bussola is een van de SmartTrackers gebruikers die gaat voor het CO2-Prestatieladder certificaat niveau 5. We vroegen Hessel Poortvliet, KAM-manager bij Bussola, waarom zij voor SmartTrackers kozen en wat zij zien als voordeel van de software.
‘Daarvoor moet ik eerst uitleggen wat we bij Bussola doen. We maken gebouwen en terreinen uiteindelijk woonrijp. We zorgen er samen met projectontwikkelaars voor dat bijvoorbeeld een oud fabriekspand of een braakliggend terrein weer geschikt wordt als woongebied. Wij helpen dan onder anderen bij het voorbereiden, denk dan aan grondsanering. En aan het eind bij het woonrijp maken’.
‘Wat is woonrijp maken?’
‘Dat houdt in dat we zoveel mogelijk groen en milieuvriendelijke oplossingen in de omgeving plaatsen’, legt Hessel uit, ‘Hiervoor zetten we natuurlijk groot materieel in. De uitstoot die we met al onze werkzaamheden genereren registreren we in SmartTrackers. Vervolgens vergelijken we de voorspellings- en doelstellingslijnen met elkaar. Zo zien we in één oogopslag waar we nog verder aan CO2-reductie kunnen, of eigenlijk meer ‘moeten’, werken’.
‘We zien het als enorm voordeel van SmartTrackers dat er al zoveel in het systeem paraat staat voor je überhaupt begint. Veel omrekenfactoren, meters en rapporttemplates zijn er gewoon al. Zodra je wil beginnen kan dit dus zonder al te veel moeite. Je hoeft niet meer zelf uit te zoeken of je de goede omrekenfactoren wel hebt, bijvoorbeeld. Dat bespaart je gewoon tijd. Ook met het maken van rapportages kun je heel makkelijk aan de slag. Je hoeft niet meer bij concurrenten te gaan zoeken, knippen en plakken voor je eigen format. Er staat gewoon een goede, stevige basis, waardoor je je niet meer druk hoeft te maken om de triviale zaken, zoals de opmaak van grafieken en cijfers. Dat doet het systeem ook voor je’, aldus Hessel.
Het uiteindelijke doel is om de gehele Bussola holding te laten certificeren op CO2-Prestatieladder niveau 5: ‘We willen de gehele holding aansluiten op het systeem om zo als geheel op trede 5 van de CO2-Prestatieladder gecertificeerd te worden. We hebben al drie bedrijven die op deze trede zitten. De rest willen we ook daarop laten certificeren. Maar aangezien we net weer twee nieuwe bedrijven erbij hebben, wordt dit wellicht lastiger dan gedacht.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘We moeten er allereerst voor zorgen dat zij ook op het SmartTrackers systeem zitten. We zijn daar heel druk mee bezig. Niet elk bedrijf heeft al een CO2-managementsysteem en soms komt daar dus meer bij kijken dan vooraf gedacht. Gelukkig gaat dat wel heel makkelijk met SmartTrackers. We kunnen de benodigde meters aanmaken en het referentiejaar bijstellen waar nodig, zodat we appels met appels blijven vergelijken. We gaan van een klein bedrijf in het systeem, naar een veel grotere constructie. Met SmartTrackers gaat dat makkelijk, maar het blijft wel een tijdsinvestering.’ Hessel geeft daarbij ook aan dat het erg fijn is dat er vanuit SmartTrackers wordt meegedacht. Wanneer nodig is er extra hulp beschikbaar als er specifieke vragen of problemen zijn waar Bussola tegenaan loopt.
Op de vraag of Bussola ook al moet nadenken over de CSRD antwoordt Hessel: ‘Ja, we krijgen zeker te maken met de CSRD. We willen dit ook gaan registreren in SmartTrackers zodra de tijd komt. Als het op dezelfde manier werkt met auditen en toegang geven aan stakeholders als bij de CO2-Prestatieladder, dan is dat fantastisch. Dat zou echt enorm veel waarde creëren voor veel bedrijven. Het is een grote wetgeving waarbij heel veel komt kijken. Een praktisch en centraal systeem als SmartTrackers maakt echt het verschil in hoe moeilijk je het jezelf maakt voor het rapporteren. Met SmartTrackers maak je het jezelf veel makkelijker.’
Tijdens een demo laten we je het systeem zien en gaan we in op jouw vragen. Vraag er hier gratis een aan:
Van bedrijven wordt tegenwoordig verwacht dat ze rapporteren over de juiste cijfers, doelstellingen en acties omtrent duurzaamheid. Steeds nieuwe regels en ingewikkelde bedrijfsstructuren maken dit er niet makkelijker op. Wij interviewden Mick Ellerbeck, Manager Green-transition bij Mediahuis, over hun ervaringen met de sustainability software van SmartTrackers die dit voor makkelijker maakt.
Mediahuis is een uitgeverij actief in België, Nederland, Duitsland, Ierland en Luxemburg. In Nederland zijn de bekend vanwege publicaties zoals NRC, Telegraaf, Noord-Hollands Dagbladen en VROUW. Tijdens een training hoorde Mick positieve ervaringen over SmartTrackers van iemand die het gebruikte voor CO2-rapportage. In eerste instantie maakte Mediahuis voornamelijk gebruik van Excel. Al snel merkten ze dat dit niet efficiënt was. Excel werd na verloop van tijd steeds minder overzichtelijk, vooral door de toenemende hoeveelheid data. Dit was Mick’s drijfveer om te zoeken naar een systeem waarmee hij eenvoudig kon rapporteren en terugblikken op voorgaande jaren om de werkelijke impact van maatregelen te beoordelen. Hij zocht naar een systeem dat de administratie vereenvoudigde, en zo ontdekte hij SmartTrackers.
Mick is erg enthousiast over de veelzijdigheid van het systeem: ‘Je kan het gebruiken voor CO2 berekeningen, zoals voor Scope 1, 2 en 3, maar ook voor CSRD en niet-financiële data. Ik vraag bijvoorbeeld alle 17 vestigingen om hun lokale data in het systeem te zetten. Daarna berekenen we alle CO2-uitstoot Die data kunnen we dan op verschillende manieren bekijken. Bijvoorbeeld per groep, per land of per vestiging, maar ook per proces. Dit is echt heel handig.’
Mick: ‘Verschillende meeteenheden zoals kilometers en mijlen maakten het voorheen een uitdaging om alles in te voeren in Excel. Daarom was er behoefte aan een overzichtelijk systeem. In jullie software kunnen continu meters worden toegevoegd. SmartTrackers verzorgt ook alle berekeningen voor je, met betrouwbare omrekenfactoren. Het is in feite een software waarin je je framework opbouwt en die vervolgens analyses en voorspellingen voor je genereert. Het fungeert als een alles-in-één softwareoplossing die analyses, voorspellingen en gegevensbeheer vereenvoudigt, terwijl het voldoet aan de beveiligingseisen van het Visma Security-programma.’
In een demo laten we je alles zien waar Mediahuis het over had in bovenstaand interview. In de vrijblijvende demo van 30 minuten zie je het systeem en is er alle ruimte voor het stellen van vragen. Vraag er hier een aan: