In januari 2025 lanceerde SKAO de CO₂-Prestatieladder 4.0, met verschillende grote veranderingen. De kernboodschap van de nieuwe norm: organisaties moeten verder kijken dan scope 1,2 en 3 wat betreft hun impact en invloed op het klimaatvraagstuk. Een van de centrale vragen is: “Wat kan mijn organisatie anders doen, zodat ergens minder CO₂ wordt uitgestoten of zelfs wordt vastgelegd?” Deze vraag vertaalt zich naar een nieuw soort emissies; de Overige Beïnvloedbare Emissies (OBE’s). Maar wat zijn deze OBE’s precies, en hoe bepaal je of deze relevant zijn voor jouw bedrijf?
In Prestatieladder 4.0 zijn de traditionele vijf niveaus vervangen door drie tredes. Binnen deze structuur wordt van bedrijven die voor trede 2 willen certificeren verwacht dat ze een kwalitatieve inschatting maken van hun OBE’s, de relevantie ervan voor de sector, de organisatie en hoe zij de OBE’s kunnen beïnvloeden. Voor trede 3 is bovendien een kwantitatieve inschatting vereist. De OBE’s worden opgedeeld in drie categorieën.
Omdat OBE’s een relatief nieuw onderwerp zijn, is het lastig om direct te bepalen welke relevant zijn. De relevantie hangt sterk af van de processen, producten en activiteiten van jouw organisatie. Om daarbij te helpen heeft SKAO een vragenlijst ontwikkeld, waarmee een inschatting kan worden gemaakt. Deze vragenlijst moet worden ingevuld wanneer jouw bedrijf zich wil certificeren voor trede 2 of 3.
De SKAO-vragenlijst is nu beschikbaar binnen SmartTrackers Assessments. Met deze tool krijg je binnen onze applicatie snel inzicht in welke OBE’s voor jouw organisatie relevant zijn. Door de vragenlijst in SmartTrackers Assessments in te vullen, kun je eenvoudig onderbouwingen toevoegen, vragen toewijzen aan collega’s en een interne zelfbeoordeling met toelichting vastleggen.
Zodra de relevante OBE’s zijn vastgesteld, kun je ze meenemen in je kwalitatieve of kwantitatieve analyses. De tool maakt het ook eenvoudig om de relevantie periodiek opnieuw te beoordelen. Binnen een sector ontstaan er immers steeds nieuwe mogelijkheden om via producten of diensten bij te dragen aan CO₂ -reductie.
Start vandaag nog met de assessment en zet de eerste stap richting een hoge(re) certificering op de CO₂ -Prestatieladder 4.0!
De kwantitatieve berekening van OBE’s is verplicht voor trede 3. Hieronder leggen we uit hoe dit in SmartTrackers aangepakt kan worden.
Biogene emissies
De berekening van biogene emissies voor scope 1 en 2 is relatief eenvoudig: je gebruikt een extra conversiefactor vermenigvuldigd met de al bekende hoeveelheden. SmartTrackers wordt hierop aangepast, zodat deze waarden binnenkort automatisch kunnen worden gerapporteerd.
Standaard worden deze emissies apart weergegeven, zoals vereist volgens de CO₂-Prestatieladder 4.0. Daarnaast zorgen we er ook voor dat het mogelijk is om een totale CO₂ uitstoot te berekenen, inclusief biogene emissies. Dit helpt namelijk om beter te beoordelen of biomassa daadwerkelijk een duurzame keuze is ten opzichte van fossiele brandstoffen.
Hoewel het voor tredes 1 en 2 niet verplicht is om OBE’s kwantitatief vast te leggen, maken we deze functionaliteit beschikbaar voor alle niveaus. Dit extra inzicht ondersteunt weloverwogen reductiekeuzes.
CO₂ -verwijdering
Materialen zoals olivijn, dat CO₂ vastlegt, of hout dat koolstof opslaat tijdens de levensduur van een gebouw, zijn voorbeelden van CO₂-verwijdering. Als je als organisatie weet hoeveel CO₂ per kilo of per product wordt vastgelegd, kun je dit eenvoudig registreren in SmartTrackers. Dit gebeurt via een boekhoudspecifieke negatieve emissiefactor. Deze negatieve uitstoot telt vervolgens niet mee in de totale CO₂-uitstoot of in scope 3, maar wordt apart weergegeven, eventueel samen met vermeden emissies.
Een andere vorm van CO₂-verwijdering is Carbon Capture and Storage (CCS). Hoewel deze techniek momenteel nog beperkt wordt toegepast, kan CCS in de toekomst belangrijker worden voor bijvoorbeeld asfaltcentrales, cement- of steenfabrieken. Als CCS door jouw organisatie wordt toegepast, kun je in SmartTrackers direct de hoeveelheid vastgelegde CO₂-equivalent per ton invoeren. Deze data wordt automatisch meegenomen in de visualisatie van OBE’s binnen het platform.
Vermeden emissies
Vermeden emissies zijn van de drie OBE’s het meest abstracte en creatief. Zolang goed kan worden onderbouwd hoe emissies worden vermeden, denk aan producten die langer meegaan, minder onderhoud nodig hebben, minder materiaal gebruiken of energiezuiniger zijn, kan vanuit diverse invalshoeken CO₂-besparing worden bereikt. Lees hierover meer in ons vorige blog.
Een veelvoorkomend voorbeeld van een vermeden emissie is teruggeleverde elektriciteit. Binnen SmartTrackers geef je aan hoeveel elektriciteit je terug levert aan het net. Dit wordt omgerekend naar vermeden emissies via een location-based emissiefactor voor elektriciteit, gebaseerd op de gemiddelde energiemix van een land.
Een ander voorbeeld is het gebruik van technologie of productinnovatie die elders CO₂-reductie oplevert, zoals een efficiënte warmtepomp. De emissies als gevolg van het elektriciteitsverbruik van een warmtepomp in een installatie op een productiebedrijf vallen doorgaans onder scope 3. Een dergelijke keuze vermindert niet alleen scope 3-emissies, maar kan ook kwantitatief worden onderbouwd als vermeden emissie.
Een gedetailleerde berekening van vermeden emissies kan worden gebaseerd op eigen of externe analyses, zoals een LCA (Life Cycle Assessment). Vervolgens kan in SmartTrackers een boekhoudspecifieke conversiefactor worden toegevoegd die aangeeft hoeveel emissie per geïnstalleerd product is vermeden.
Voor verdere vragen over deze vragenlijst of hoe straks de OBE’s vast te leggen ontvangen wij graag uw vragen op: support@smarttrackers.nl
De CO2-Prestatieladder is al 15 jaar de meest concrete norm voor CO2-reductie en heeft zich bewezen als een betrouwbare standaard. Maar hoe kan de Prestatieladder verder worden verbeterd, en is dat gelukt met versie 4.0?
Wil je weten waar jouw organisatie staat en welke stappen nodig zijn en hoe dit werkt in combinatie met het SmartTrackers gereedschap? Meld je aan voor ons webinar op 30 april van 10.00 tot 11.00 uur : Webinar CO2-Prestatieladder 4.0
Bij SmartTrackers geloven we dat het meten van duurzaamheid alleen zinvol is als het gekoppeld is aan een concrete doelstelling en een duidelijk verbeterprogramma. Onze software biedt om die reden alle benodigde functies om het proces van continue verbeteren op te kunnen volgen. Denk hierbij aan het op een flexibele manier kunnen opzetten van doelstellingen, doorrekenen van maatregelen gekoppeld aan besluitvorming voor het bepalen van een voorspellingstrend en scenario’s.
Met de komst van de CO2-Prestatieladder 4.0 verschuift de focus nog meer naar het opstellen en realiseren van een klimaat- of CO2-reductieplan wat naar onze mening perfect aansluit bij de ontwerpvisie van SmartTrackers.
Maar wat zijn precies de belangrijkste wijzigingen?
De nieuwe versie legt sterk de nadruk op het plannen en uitvoeren van maatregelen met een verplichting om de gestelde doelen te halen op alle treden. Voor trede 1 blijft de focus beperkt tot scope 1- en 2-emissies, maar hogere treden vereisen een bredere aanpak. Het sturen op materialiteit en de invloed in de waardeketen op basis van organisatie-activiteiten en de verbeteringen die zijn te behalen, worden nog belangrijker. In beginsel zal met een brede materialiteitsbepaling gewerkt worden.
Dieperliggende analyses zoals een MKI berekening of een levenscyclusanalyse kunnen noodzakelijk zijn om het gewenste inzicht te verkrijgen om vervolgstappen te zetten.
Een belangrijke toevoeging in versie 4.0 is de focus op ‘overige beïnvloedbare emissies’ (OBE’s). Dit zijn emissies die niet direct binnen scope 1, 2 of 3 vallen, maar waar een organisatie wel invloed op kan uitoefenen. Deze categorie bestaat uit:
Hoewel scope 1, 2 en 3 centraal blijven staan, biedt de toevoeging van OBE’s bedrijven meer mogelijkheden om de impact van de organisatie in een bredere maatschappelijke context te laten zien. Belangrijk hierbij is te benoemen dat innovatie meestal niet alleen leidt tot CO2-reductie, maar ook tot efficiëntere bedrijfsvoering en nieuwe kansen in de markt. Het los kunnen komen van GHG-P kan daarin ook ruimte bieden om na te denken over de invloed op het terugdringen van CO2-emissies in brede zin. Het kan dus zo breed zijn als het ontwikkelen van nieuwe materialen, het creëren van voorwaarden waardoor andere organisaties efficiënter kunnen werken, tot marketing die leidt tot een duurzamere keuze. Uiteraard is analyse en meetbaarheid van de effecten erg belangrijk om ‘luchtfietserij’ te voorkomen.
Op dit moment wordt bekeken hoe de verwijderde en vermeden emissies straks het beste bijgehouden kunnen worden in SmartTrackers. Daarbij geldt dat ze los en desgewenst in combinatie gerapporteerd moeten kunnen worden.
Een succesvolle transitie naar de nieuwe CO2-Prestatieladder op trede 2 en 3 begint met een scherpe analyse van de huidige organisatie-activiteiten. In plaats van direct te focussen op cijfers, is het zinvol om eerst te onderzoeken waar de meeste impact te behalen valt. Dit geldt zeker voor bedrijven die al langere tijd data verzamelen en nu met een frisse blik naar hun marktinvloed kunnen kijken.
Mogelijke oplossingsbenaderingen kunnen ook zijn:
Een van de grootste uitdagingen blijft het overtuigen van klanten en ketenpartners, zeker wanneer snelheid en prijs op de korte termijn vaak doorslaggevend zijn. Een harde CO2-reductiedoelstelling voor de gehele waardeketen kan het benodigde duwtje in de rug geven. De praktijk leert dat, zodra de drempel eenmaal is genomen, duurzamere oplossingen zich vanzelf bewijzen. Een mooi voorbeeld hiervan is de opkomst van duurzame energie: tien jaar geleden was het ondenkbaar dat meer dan 50% van het Nederlandse stroomverbruik uit duurzame bronnen zou komen. Vandaag is dat de realiteit, en de bijbehorende uitdagingen lossen we gaandeweg op. De creativiteit en wendbaarheid (als het moet) van de moderne samenleving laat ons wat dat betreft meestal positief verrassen.
De overstap naar de CO2-Prestatieladder 4.0 hoeft niet overhaast, maar eind volgend jaar moet iedereen de nieuwe norm volgen. Wacht dus niet te lang. Om de overgang soepel te laten verlopen, hebben we binnen SmartTrackers een eerste versie van een 4.0-assessment opgenomen.
De CO2-Prestatieladder wordt steeds internationaler en daarmee ook onze klantenkring. Eerder dit jaar werd JONS Civil Engineering het eerste Ierse bedrijf met een CO2-Prestatieladder gecertificeerd project. We zijn trots dat we dit project hebben mogen ondersteunen!
Toen JONS de aanbesteding ontving van Transport Infrastructure Ireland voor een wegdekreparatie, zagen ze kansen om dit project zo duurzaam mogelijk in te vullen. Dit werd mogelijk door de eis om een gestructureerd CO2-projectplan op te stellen volgens de CO2-Prestatieladder.
Gevraagd naar de reden dat SmartTrackers gekozen werd ter ondersteuning van dit project, noemt Naomi Cahoon (IT & Analytics Manager JONS) de volledigheid van het systeem. Er is één systeem voor de gehele cyclus van informatieverzameling, rapportage en sturing op doelstellingen door de effecten van je CO2-reducerende maatregelen te berekenen. JONS ziet in Ierland hetzelfde gebeuren als in Nederland. Steeds meer aanbestedingen vragen om organisatiebrede CO2-reductieprogramma’s.
Wat betreft de CO2-Prestatieladder, omschrijft Barry Mathers (Contracts Director JONS) de SmartTrackers software als volgt: “Het plaatje was er al, we moesten het alleen nog inkleuren.”
JONS hecht veel waarde aan het helpen van hun klanten om zo snel mogelijk over de eerste stap van gegevensverzameling heen te komen. Zo kunnen ze zich richten op de belangrijkere taak van het verminderen van hun CO2-uitstoot. Zoals de meeste bedrijven had JONS enige vertraging in dit proces door de betrokkenheid van onderaannemers. Na het nemen van deze drempel, verliep de visualisatie van hun CO2-voetafdruk soepel en konden ze zich richten op hun CO2-reducerende maatregelen. Dit bleek een interessant proces te zijn. Door maatregelen te kwantificeren, konden ze zich richten op de grootste besparingen. Soms zijn de minst zichtbare maatregelen, zoals het verminderen van gebruik, de meest effectieve.
De meest effectieve maatregelen van JONS bleken het hergebruik van de bovenlaag van het wegdek en het gebruik van HVO100 voor hun machines en dieselvoertuigen te zijn. Het totale project werd gerealiseerd met 300 ton minder CO2-uitstoot in vergelijking met conventionele wegdekherstelprojecten. De goed onderbouwde berekening en de transparantie van het SmartTrackers platform maakte het mogelijk om de audit soepel te laten verlopen.
In de zoektocht naar manieren om de CO2-uitstoot wereldwijd te verminderen, komt het concept van “vermeden CO2-uitstoot” steeds vaker in beeld. Bedrijven benoemen het in duurzaamheidsrapportages en het lijkt één van de speerpunten te worden van de CO2-Prestatieladder 4.0, maar wat houdt het precies in? En hoe verhoudt het zich tot het Greenhouse Gas Protocol? In dit artikel verkennen we het idee van vermeden CO2-uitstoot, hoe het past in de huidige regelgeving, en hoe bedrijven en consumenten dit concept kunnen omarmen voor een duurzamere toekomst.
Vermeden CO2-uitstoot verwijst naar het verminderen van uitstoot door veranderingen die indirect bijdragen aan lagere emissies. Je kunt hierbij denken aan:
Het betreft dus activiteiten die emissies voorkomen zonder dat ze direct binnen de controle van een bedrijf vallen. Soms wordt dit in relatie tot het GHP-protocol als een “scope 4” beschreven (een informele categorie dus). Het idee hierachter is dat vermeden emissies lastig toe te kennen zijn aan één bedrijf. De risico’s hierbij zijn dat de emissiereductie dubbel geteld wordt, of helemaal niet geteld wordt. In essentie betekent dit een uitdaging in de methodiek, terwijl samenwerking tussen verschillende organisaties in de keten essentieel is om slim te verduurzamen.
In de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) wordt het concept van vermeden CO2-uitstoot minder duidelijk benoemd. Hier ligt de nadruk op CO2-opslag en CO2-reducerende projecten, zoals gefinancierd via carbon credits (E1-7 GHG removals and GHG mitigation projects). Dit is een bredere benadering die gericht is op het creëren van CO2-reductie, maar laat minder ruimte voor de meer abstracte vermijding van CO2-uitstoot buiten de eigen bedrijfsvoering. In de context van de CO2 Prestatieladder 4.0 wordt vermeden CO2-uitstoot een belangrijk speerpunt. Het richt zich op het sturen naar de meeste positieve impact, maar de exacte richtlijnen hiervoor worden nog ontwikkeld. Het doel is om bedrijven te helpen bij het effectief verminderen van hun CO2-uitstoot en tegelijkertijd te zorgen voor een collectieve vooruitgang.
Sommigen stellen dat het nodig is om een aparte scope (scope 4) toe te voegen binnen het GHG-protocol om vermeden CO2-uitstoot te kwantificeren. Vermeden CO2 is namelijk vaak moeilijker meetbaar, abstracter en moeilijker toe te kennen dan de scope 1, 2, en 3 emissies. In de praktijk zien we dit al terug. Neem bijvoorbeeld het gescheiden inzamelen van afval: wie moet de positieve effecten hiervan claimen? Is het de producent die het afval gescheiden aanlevert, de verwerker die het opnieuw gebruikt, of de partij die het uiteindelijk weer in de productieketen integreert? Dit soort discussies ontstaan vaak omdat het lastig is om de werkelijke impact van elke stap te meten en toe te rekenen. Een vrachtwagen die begrensd wordt op maximale snelheid: is dat de producent die de begrenzing mogelijk maakt of toch de transporteur die de keuze maakt tot het begrenzen van de snelheid? Het ene leidt tot het andere en je hebt meerdere stappen nodig om tot resultaat te komen.
Als je goed kijkt naar het GHG-P scope 3 dan valt veel vermeden CO2-uitstoot al in de downstream-effecten van de waardeketen. Wanneer bijvoorbeeld een bedrijf energiezuinige producten verkoopt, heeft dit direct een positieve invloed op de scope 1 of 2 uitstoot van de afnemer. In de filosofie van het GHG-protocol gaat het in scope 3 om het reduceren van de CO2-uitstoot in de waardeketen. Een goed voorbeeld hiervan is ‘upstream’ de aankoop van duurzame materialen door een aannemer, wat leidt tot een grotere productie van deze materialen en een vermindering van de productie van minder duurzame alternatieven. Evenzo kan een consument door duurzame keuzes te maken, zoals het kopen van hoogwaardige kleding, een enorme invloed uitoefenen op de productieketen van kleding. Zonder afnemers van hoogwaardig gerecycled kunststof geen verwerkende industrie.
Praktische voorbeelden kunnen helpen om een beter beeld te krijgen van vermeden CO2 emissies. Een belangrijk voorbeeld is hoe een bedrijf duurzamere alternatieve kan bieden door samen te werken met klanten. Zo kon een klant van ons (een verpakkingsproducent) tot wel 30% Co2-uitstoot verminderen in de inkoop en verwerking door geen gemetalliseerd papier meer te gebruiken. Een ander voorbeeld is de samenwerking tussen een kunststofproducent en een afvalverwerker die gerecycled kunststof gebruikt om de impact van virgin materialen te verminderen. Door direct te redeneren vanuit een duurzamer eindproduct of dienst krijgt de gehele waardeketen ruimte om hier duurzaamheidsvoordeel uit te halen voor hun eigen proces. Life Cycle Analyses (LCA’s) kunnen daarin een goed richtinggevend instrument zijn, omdat hiermee vaak verder ingezoomd wordt op het gehele bedrijfsproces rondom één product of productgroep. Neem ze overigens niet te letterlijk, dat leidt weer tot dogmatische keuzes door het snapshot-effect van LCA’s. Daarover in een vervolg artikel meer.
Hoewel de ideeën rondom vermeden CO2-uitstoot logisch lijken, stuiten we in de praktijk vaak op economische en systeemtechnische barrières. Onze huidige consumptiecultuur en daarmee onze economie is gericht op maximaliseren, wat veelal tegen duurzame keuzes ingaat. Neem bijvoorbeeld de verschuiving van de eenvoudige fiets naar een elektrische, met een hogere CO2-uitstoot in de productie en een kortere levensduur. Het is juist op deze plekken in de productlevenscyclus waar enorme kansen liggen voor CO2-reductie. Er is een groeiende behoefte aan economische modellen die de langere levensduur van producten weer aantrekkelijker maken. Dit vereist slimme wet- en regelgeving (met de WPM als een minder slim voorbeeld) en heroverweging van de manier waarop we financiële waarde toekennen aan producten en diensten. Dit is uiteraard complex en vergt tijd. Niettemin, we hebben genoeg kansen om in overleg met ketenpartners tot een serieuze versnelling te komen.
De aanpak van vermeden CO2-uitstoot biedt enorme kansen voor bedrijven en consumenten om hun impact te verkleinen. Kijk daarbij zo vrij mogelijk zonder direct in de modellen vast te gaan zitten waar nu welke besparing hoort.
Door samen te werken met ketenpartners, duurzamere alternatieven te zoeken en slimme keuzes te maken, kunnen we grote CO2-besparingen realiseren. Het draait niet altijd om de juiste vakjes in te vullen of een gedetailleerde berekening te maken. Het draait om de bredere aanpak van CO2-reductie die voor iedereen voordelen oplevert. Het motto “we kunnen meer met minder” is hierbij het uitgangspunt voor een duurzamere toekomst.
Bussola is een van de SmartTrackers gebruikers die gaat voor het CO2-Prestatieladder certificaat niveau 5. We vroegen Hessel Poortvliet, KAM-manager bij Bussola, waarom zij voor SmartTrackers kozen en wat zij zien als voordeel van de software.
‘Daarvoor moet ik eerst uitleggen wat we bij Bussola doen. We maken gebouwen en terreinen uiteindelijk woonrijp. We zorgen er samen met projectontwikkelaars voor dat bijvoorbeeld een oud fabriekspand of een braakliggend terrein weer geschikt wordt als woongebied. Wij helpen dan onder anderen bij het voorbereiden, denk dan aan grondsanering. En aan het eind bij het woonrijp maken’.
‘Wat is woonrijp maken?’
‘Dat houdt in dat we zoveel mogelijk groen en milieuvriendelijke oplossingen in de omgeving plaatsen’, legt Hessel uit, ‘Hiervoor zetten we natuurlijk groot materieel in. De uitstoot die we met al onze werkzaamheden genereren registreren we in SmartTrackers. Vervolgens vergelijken we de voorspellings- en doelstellingslijnen met elkaar. Zo zien we in één oogopslag waar we nog verder aan CO2-reductie kunnen, of eigenlijk meer ‘moeten’, werken’.
‘We zien het als enorm voordeel van SmartTrackers dat er al zoveel in het systeem paraat staat voor je überhaupt begint. Veel omrekenfactoren, meters en rapporttemplates zijn er gewoon al. Zodra je wil beginnen kan dit dus zonder al te veel moeite. Je hoeft niet meer zelf uit te zoeken of je de goede omrekenfactoren wel hebt, bijvoorbeeld. Dat bespaart je gewoon tijd. Ook met het maken van rapportages kun je heel makkelijk aan de slag. Je hoeft niet meer bij concurrenten te gaan zoeken, knippen en plakken voor je eigen format. Er staat gewoon een goede, stevige basis, waardoor je je niet meer druk hoeft te maken om de triviale zaken, zoals de opmaak van grafieken en cijfers. Dat doet het systeem ook voor je’, aldus Hessel.
Het uiteindelijke doel is om de gehele Bussola holding te laten certificeren op CO2-Prestatieladder niveau 5: ‘We willen de gehele holding aansluiten op het systeem om zo als geheel op trede 5 van de CO2-Prestatieladder gecertificeerd te worden. We hebben al drie bedrijven die op deze trede zitten. De rest willen we ook daarop laten certificeren. Maar aangezien we net weer twee nieuwe bedrijven erbij hebben, wordt dit wellicht lastiger dan gedacht.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘We moeten er allereerst voor zorgen dat zij ook op het SmartTrackers systeem zitten. We zijn daar heel druk mee bezig. Niet elk bedrijf heeft al een CO2-managementsysteem en soms komt daar dus meer bij kijken dan vooraf gedacht. Gelukkig gaat dat wel heel makkelijk met SmartTrackers. We kunnen de benodigde meters aanmaken en het referentiejaar bijstellen waar nodig, zodat we appels met appels blijven vergelijken. We gaan van een klein bedrijf in het systeem, naar een veel grotere constructie. Met SmartTrackers gaat dat makkelijk, maar het blijft wel een tijdsinvestering.’ Hessel geeft daarbij ook aan dat het erg fijn is dat er vanuit SmartTrackers wordt meegedacht. Wanneer nodig is er extra hulp beschikbaar als er specifieke vragen of problemen zijn waar Bussola tegenaan loopt.
Op de vraag of Bussola ook al moet nadenken over de CSRD antwoordt Hessel: ‘Ja, we krijgen zeker te maken met de CSRD. We willen dit ook gaan registreren in SmartTrackers zodra de tijd komt. Als het op dezelfde manier werkt met auditen en toegang geven aan stakeholders als bij de CO2-Prestatieladder, dan is dat fantastisch. Dat zou echt enorm veel waarde creëren voor veel bedrijven. Het is een grote wetgeving waarbij heel veel komt kijken. Een praktisch en centraal systeem als SmartTrackers maakt echt het verschil in hoe moeilijk je het jezelf maakt voor het rapporteren. Met SmartTrackers maak je het jezelf veel makkelijker.’
Tijdens een demo laten we je het systeem zien en gaan we in op jouw vragen. Vraag er hier gratis een aan:
Van bedrijven wordt tegenwoordig verwacht dat ze rapporteren over de juiste cijfers, doelstellingen en acties omtrent duurzaamheid. Steeds nieuwe regels en ingewikkelde bedrijfsstructuren maken dit er niet makkelijker op. Wij interviewden Mick Ellerbeck, Manager Green-transition bij Mediahuis, over hun ervaringen met de sustainability software van SmartTrackers die dit voor makkelijker maakt.
Mediahuis is een uitgeverij actief in België, Nederland, Duitsland, Ierland en Luxemburg. In Nederland zijn de bekend vanwege publicaties zoals NRC, Telegraaf, Noord-Hollands Dagbladen en VROUW. Tijdens een training hoorde Mick positieve ervaringen over SmartTrackers van iemand die het gebruikte voor CO2-rapportage. In eerste instantie maakte Mediahuis voornamelijk gebruik van Excel. Al snel merkten ze dat dit niet efficiënt was. Excel werd na verloop van tijd steeds minder overzichtelijk, vooral door de toenemende hoeveelheid data. Dit was Mick’s drijfveer om te zoeken naar een systeem waarmee hij eenvoudig kon rapporteren en terugblikken op voorgaande jaren om de werkelijke impact van maatregelen te beoordelen. Hij zocht naar een systeem dat de administratie vereenvoudigde, en zo ontdekte hij SmartTrackers.
Mick is erg enthousiast over de veelzijdigheid van het systeem: ‘Je kan het gebruiken voor CO2 berekeningen, zoals voor Scope 1, 2 en 3, maar ook voor CSRD en niet-financiële data. Ik vraag bijvoorbeeld alle 17 vestigingen om hun lokale data in het systeem te zetten. Daarna berekenen we alle CO2-uitstoot Die data kunnen we dan op verschillende manieren bekijken. Bijvoorbeeld per groep, per land of per vestiging, maar ook per proces. Dit is echt heel handig.’
Mick: ‘Verschillende meeteenheden zoals kilometers en mijlen maakten het voorheen een uitdaging om alles in te voeren in Excel. Daarom was er behoefte aan een overzichtelijk systeem. In jullie software kunnen continu meters worden toegevoegd. SmartTrackers verzorgt ook alle berekeningen voor je, met betrouwbare omrekenfactoren. Het is in feite een software waarin je je framework opbouwt en die vervolgens analyses en voorspellingen voor je genereert. Het fungeert als een alles-in-één softwareoplossing die analyses, voorspellingen en gegevensbeheer vereenvoudigt, terwijl het voldoet aan de beveiligingseisen van het Visma Security-programma.’
In een demo laten we je alles zien waar Mediahuis het over had in bovenstaand interview. In de vrijblijvende demo van 30 minuten zie je het systeem en is er alle ruimte voor het stellen van vragen. Vraag er hier een aan:
Het Greenhouse Gas Protocol maakt onderscheid tussen scope 1, 2 en 3. Data voor scope 1 en 2 bij elkaar zoeken lukt meestal wel, maar dan komt Scope 3. Bij dit onderdeel ontstaan vaker vragen: Wat betekent het eigenlijk, en waarom is het zo belangrijk? En nog belangrijker, wat moet je ermee? In dit artikel leggen we het kort voor je uit.
Laten we eerst de basis leggen door te kijken naar het Greenhouse Gas Protocol (GHG-P). Het Greenhouse Gas Protocol is dé standaardmethode om broeikasgasemissies – zoals CO2- te meten en te rapporteren. Een soort kompas dat algemeen wordt erkend. Vanuit het GHG wordt een duidelijke scheiding genoemd tussen scope 1 als ‘directe emissies’ en scope 2 en 3 als ‘indirecte emissies’. Scope 2 emissies zijn verbonden aan je eigen verbruik, maar de emissie ervan is ergens anders. Een voorbeeld daarvan is de elektriciteit.
Laten we dieper ingaan op Scope 3. In feite omvat Scope 3 alle emissies die ontstaan vóór of ná de kernactiviteiten van een bedrijf. Stel je voor, een bedrijf produceert potloden. Voordat deze potloden gemaakt kunnen worden, moeten grondstoffen zoals grafiet worden gedolven, bewerkt en naar het bedrijf worden verscheept. Dit noemen we ‘upstream’ Scope 3. Hierbij horen ook andere aankopen van het bedrijf, zoals kapitaalgoederen, vliegreizen en afvalverwerking, die essentieel zijn voor de potloodproductie.
Na het maken van de potloden volgen er nog activiteiten, bijvoorbeeld het transport naar de klant, het gebruik van het product en de verwerking van het product nadat het is gebruikt. Dit is ‘downstream’ Scope 3.Scope 3 bestaat dus uit al deze upstream en downstream emissies.
Alle drie de scopes zijn belangrijk voor het maken van een CO2-voetafdruk en om te zien waar je je emissies kunt verlagen. En dus waarmee jij het verschil kan gaan maken. Het is de meest gangbare methodiek voor normeringen en wet- en regelgeving rondom uitstoot van broeikasgassen, zoals de CSRD en de CO2 Prestatieladder.
De CO2-meters in de software van SmartTrackers zijn specifiek ontworpen rondom deze scopes zoals genoemd in het GHG-P. We faciliteren ook de samenwerking met ketenpartners voor betrouwbare scope 3 informatie en gezamenlijke verbetering. We brengen het Greenhouse Gas Protocol terug tot de essentie.
Natuurlijk vraag je je nu af hoe we dat precies doen. We kunnen het je vertellen, maar je kan het ook zelf zien. Wil je nu meer weten over hoe wij bijdragen aan duurzame emissiereductie? Ontdek het tijdens een demo.
Vraag hier een demo aanVos Capelle certificeerde zich op 4 oktober feestelijk op trede 3 voor de CO2-Prestatieladder, net op tijd voor hun 80-jarig jubileum. De leverancier voor tuinbouw en openbaar groen ging aan de slag met de CO2-Prestatieladder, omdat ze hun CO2-uitstoot in beeld wilden krijgen en verminderen. Maar ook om meer kans te maken bij aanbestedingen, want dat is ook zeker een groot voordeel van dit certificaat. Samen met SmartTrackers hebben zij het hele proces doorlopen. We interviewden Madelon van Dalen, communicatiemanager en KAM functionaris bij Vos Capelle, over hoe zij dit deden, waar ze tegenaan liepen en wat ze van SmartTrackers vonden.
Omdat hun 80-jarig jubileum eraan kwam, wilde Vos Capelle graag het certificaat halen vóór 5 oktober. Dat was nog een hele kluif. Madelon: ‘Nadat we alle informatie verzameld hadden, hebben we het in de Assessments-module ingevoerd. Je bent er best wel intensief mee bezig, maar als het er eenmaal staat heb je een super goede basis. De basiskennis kwam vanuit SmartTrackers en wij voerden onze gegevens in.’
Voor Vos Capelle was de CO2-Prestatieladder een nieuw begrip. En dan is het best een opgave om te ontdekken waar je moet beginnen en hoe je alles gaat structureren. Daarbij heeft SmartTrackers ze volledig geholpen. Madelon: ‘De ondersteuning vanuit SmartTrackers was erg fijn. Jesse, commercieel adviseur bij SmartTrackers, ondersteunde ons heel goed en bij alle vragen die we hadden kon er een afspraak worden ingepland om te overleggen als dit nodig was. Er werd enorm met ons meegedacht en dat was heel fijn. We stonden er eigenlijk nooit alleen voor’.
‘SmartTrackers ontzorgde ons enorm wat betreft de CO2-Prestatieladder door de overzichtelijke manier van werken.’
Wat Madelon zo fijn vond aan onze software was dat het systeem automatisch alles doorberekent. Daarmee kregen ze goed zicht op waar ze stonden en naartoe gingen, waardoor er ook echt CO2 kan worden gereduceerd. Bijvoorbeeld door de investering in een milieuvriendelijke accu van de firma Iwell, begin oktober. Deze accu wordt binnen 3,5 uur opgeladen met zonne-energie en voorziet buiten kantoortijden het hele bedrijf van energie.
Wat ze ook fijn vond was dat de software alles automatisch in een rapport zet. Madelon: ‘Het enige wat je daar nog aan moet doen is het persoonlijker en toepasselijker maken voor jouw bedrijf. Op die manier heb je een goed beeld van wat er bij een directiebeoordeling of audit moet worden voorgedragen. SmartTrackers ontzorgde ons enorm wat betreft de CO2-Prestatieladder door de overzichtelijke manier van werken.’
Vraag dan een korte, vrijblijvende demo aan via de knop hieronder.
Ik wil een demoHet SKAO heeft het handboek 4.0 voor de CO2-Prestatieladder gepubliceerd. Dit handboek is resultaatgerichter dan zijn voorganger 3.1. De belangrijkste onderwerpen in deze versie zijn ambitie, scope 3 en monitoring.
Versie 4.0 neemt bijvoorbeeld ook niet-broeikasgassen mee, die vanaf dan verplicht zijn bij het berekenen van de footprint. Niet meer optioneel, zoals eerder. Er is ook meer aansluiting met andere normen, zoals de klimaatdoelen van Parijs. De SKAO wil namelijk niet ‘gewoon’ meegaan met de tijd, maar vooruitstrevend zijn. Bedrijven moeten met het nieuwe klimaattransitieplan dat in de nieuwe versie staat, streven naar netto uitstoot 0 in 2050. Maar liever eerder. Met dit duidelijke en eenduidige plan wordt de tekst geschikt voor het toetsen door een auditor. Voor meer informatie over handboek 4.0 lees je hier verder.
Voor SmartTrackers betekent dit dat we onze applicaties hebben geupdate naar handboek 4.0. SKAO. We raden dan ook aan om vanaf nu te certificeren naar het nieuwe handboek. Voor degenen die 3.1 hebben zou je eventueel ook nog volgend jaar kunnen certificeren, maar mocht je vanaf 0 beginnen dan raden we zeker aan dit met de 4.0 te doen.
SmartTrackers helpt gebruikers met slagvaardig certificeren op de CO2-Prestatieladder. Met onze software stuur je op echt resultaat en het behalen van je doelen. De tools rekenen door waar je naartoe gaat, waardoor je kunt monitoren of je op de goede weg zit. Iets wat belangrijker is geworden met handboek 4.0. Binnen Scope 3 helpt SmartTrackers je door handige surveys in de Assessments tool. Je kunt je leveranciers bevragen en samen met hen verbeterpunten identificeren om verbeterplannen te maken. Je gebruikt die bij het in kaart brengen van wat je leveranciers doen. Dit kun je dan ook gebruiken bij het doorrekenen in de waardeketen. Met een vrijblijvende demo laten we je precies zien hoe dit in zijn werk gaat. Plan er hier een in: