Interview in Link Magazine met John Arts van Royal Reesink en Leo Smit van SmartTrackers

Royal Reesink is al enige tijd bezig met de voorbereidingen voor de CSRD en gebruikt daarvoor SmartTrackers.  

Voor Royal Reesink – dat zich richt op het distribueren en onderhouden van machines in onder meer agricultuur, logistiek en bouw – is de CSRD geen compleet nieuwe exercitie, maar bijna een uitbreiding van wat ze toch al deden. Bijna 10 jaar geleden werd besloten met SmartTrackers te gaan werken en de duurzaamheidsdata jaarlijks te verzamelen.

Lees hier het interview met John Arts en Leo Smit.

 

Gratis demo aanvragen Contact

Wat is Scope 3 (en 1 en 2)?

Het Greenhouse Gas Protocol maakt onderscheid tussen scope 1, 2 en 3. Data voor scope 1 en 2 bij elkaar zoeken lukt meestal wel, maar dan komt Scope 3. Bij dit onderdeel ontstaan vaker vragen: Wat betekent het eigenlijk, en waarom is het zo belangrijk? En nog belangrijker, wat moet je ermee? In dit artikel leggen we het kort voor je uit.

Wat is scope 3 volgens het GHG?

Laten we eerst de basis leggen door te kijken naar het Greenhouse Gas Protocol (GHG-P). Het Greenhouse Gas Protocol is dé standaardmethode om broeikasgasemissies – zoals CO2-  te meten en te rapporteren. Een soort kompas dat algemeen wordt erkend. Vanuit het GHG wordt een duidelijke scheiding genoemd tussen scope 1 als ‘directe emissies’ en scope 2 en 3 als ‘indirecte emissies’.  Scope 2 emissies zijn verbonden aan je eigen verbruik, maar de emissie ervan is ergens anders. Een voorbeeld daarvan is de elektriciteit.

Scope 3: upstream en downstream emissies

Laten we dieper ingaan op Scope 3. In feite omvat Scope 3 alle emissies die ontstaan vóór of ná de kernactiviteiten van een bedrijf. Stel je voor, een bedrijf produceert potloden. Voordat deze potloden gemaakt kunnen worden, moeten grondstoffen zoals grafiet worden gedolven, bewerkt en naar het bedrijf worden verscheept. Dit noemen we ‘upstream’ Scope 3. Hierbij horen ook andere aankopen van het bedrijf, zoals kapitaalgoederen, vliegreizen en afvalverwerking, die essentieel zijn voor de potloodproductie.

Na het maken van de potloden volgen er nog activiteiten, bijvoorbeeld het transport naar de klant, het gebruik van het product en de verwerking van het product nadat het is gebruikt. Dit is  ‘downstream’ Scope 3.Scope 3 bestaat dus uit al deze upstream en downstream emissies.

Waarom zijn deze scopes zo belangrijk?

Alle drie de scopes zijn belangrijk voor het maken van een CO2-voetafdruk en om te zien waar je je emissies kunt verlagen. En dus waarmee jij het verschil kan gaan maken. Het is de meest gangbare methodiek voor normeringen en wet- en regelgeving rondom uitstoot van broeikasgassen, zoals de CSRD en de CO2 Prestatieladder.

SmartTrackers maakt scope 1, 2 en 3 inzichtelijk

De CO2-meters in de software van SmartTrackers zijn specifiek ontworpen rondom deze scopes zoals genoemd in het GHG-P. We faciliteren ook de samenwerking met ketenpartners voor betrouwbare scope 3 informatie en gezamenlijke verbetering. We brengen het Greenhouse Gas Protocol terug tot de essentie.

Natuurlijk vraag je je nu af hoe we dat precies doen. We kunnen het je vertellen, maar je kan het ook zelf zien. Wil je nu meer weten over hoe wij bijdragen aan duurzame emissiereductie? Ontdek het tijdens een demo.

Vraag hier een demo aan

Stikstofcrisis: Welke lessen kunnen we trekken voor de CO₂-problematiek?

De stikstofcrisis houdt het land behoorlijk in haar greep. In de huidige plannen wordt van met name boeren verlangd om in korte tijd te stoppen, af te schalen of te veranderen. De boeren voelen zich voor het blok gezet en te weinig gekend in de planvorming.

Hoe het zover heeft kunnen komen is door nu.nl in een ruwe tijdslijn uiteengezet. Dit artikel laat goed zien dat regelgeving alleen geen heilige graal is om milieudoelen te behalen.

Maar hoe dan wel? En welke lessen kunnen we hieruit trekken voor de CO₂-problematiek?

Trage processen met gebrek aan datagerichte sturing

Sinds de jaren 90 (!) is de omvang van de stikstofproblematiek bekend. We zien nu van dichtbij dat trage processen en gebrek aan datagerichte sturing heeft geleid tot te weinig verandering, waardoor we nu in te korte tijd drastische en zeer impopulaire maatregelen moeten nemen.

Deze patstelling tussen milieu en bedrijfsleven (in dit geval uiteraard de boeren) moeten en kunnen we voorkomen voor de CO₂-problematiek.

Voor CO₂ kan het anders

We hebben nog 8 jaar de tijd om 55% CO₂ te reduceren ten opzichte van 1990. En nog 28 jaar om tot 95% te komen. Let wel: dit is inclusief economische groei. Dus als we meer gaan produceren, is de doelstelling nog scherper, want het gaat immers om de totale uitstoot.

Dit is haalbaar, mits:

  • Organisaties zelf de regie hebben over hoe zij de doelen bereiken, zolang zij dit betrouwbaar kunnen aantonen. Zodoende zijn aanpassingen geen verplichting, maar een manier om te innoveren, op een tijdstip en wijze die past bij de bedrijfsvoering.
  • We werken op basis van betrouwbare cijfers, waarmee we doelen concretiseren en effecten van maatregelen doorrekenen. Want alleen dan weten we of we de juiste dingen doen met het gewenste effect.
  • We nu beginnen en doorpakken. Want een een verdeling over meerdere jaren is immers makkelijker dan 55% ineens.

Slimme mix

De uitdaging is groot, maar altijd nog veel beter dan straks te moeten constateren dat we complete bedrijfstakken moeten afschakelen, zoals nu het geval is met de boerenbedrijven.

Overigens is het eerlijke verhaal wel: Het blijft reëel dat we straks bepaalde activiteiten die minder urgent zijn voor de instandhouding van ons welzijn, zullen moeten stoppen of beperken.

Juist daarom is het zo van belang om de oplossing te zoeken in een slimme mix van minder energie-intensieve oplossingen, en technische innovaties om processen efficiënter te maken.

Zullen we samen zorgen dat het nieuws in 2030 geen verwijtenparade is, maar een mooi succesverhaal?