De toekomst van de EED: meer nodig dan eens per 4 jaar een energie-audit

De Energy Efficiency Directive (EED), die in 2015 in Nederland van kracht werd, heeft er na 5 jaar helaas nog niet voor gezorgd dat bedrijven significante energiebesparingen zijn gaan doorvoeren. Hoog tijd dus om het anders te gaan doen.

EED energie-audit?

Volgens de EED moeten grote ondernemingen elke 4 jaar een energie-audit uitvoeren. Hierin moeten ze verslag uitbrengen van alle energiestromen en mogelijke besparingsmaatregelen, onder andere voor gebouwen, processen en vervoersmiddelen.

Eens per 4 jaar is te weinig

Een mooi streven, maar na 5 jaar heeft de EED de doelen uit het Parijs-akkoord nog niet veel dichterbij gebracht. Logisch, want één keer per 4 jaar een energie-audit uitvoeren heeft weinig tot geen effect op het daadwerkelijke energiebeleid van een organisatie. Daarvoor is meer nodig, namelijk een energie- en CO2-managementsysteem waarmee u een duidelijk kader creëert. Gericht op vooruitgang en met goede nulmetingen, doelstellingen en maatregelen.

De wetgever ziet dat zelf dat ook zo, want niet voor niets zijn bedrijven die voldoen aan ISO 50001, de CO2-Prestatieladder (niveau 3 of hoger) of ISO 14001 (in combinatie met ISO 14051) vrijgesteld van de EED. Deze bedrijven pakken energiebesparing systematisch en procesmatig aan, en hoeven daarom niet ook nog eens een EED energie-audit in te dienen.

Niet elke norm even geschikt

Als u EED-plichtig bent, doet u er dus goed aan om een kwalitatieve goede norm te kiezen. Maar let op: er zijn diverse keurmerken die leiden tot vrijstelling, maar die zijn niet allemaal even sterk. Kijk dus kritisch waaraan u zich als organisatie verbindt.

Doorlopend meten waar u staat, een duidelijke doelstelling met managementsturing en een concreet programma van maatregelen zijn in ieder geval basiselementen die u in de norm terug moet kunnen vinden. En het liefst werpt de norm ook nog een blik in de bedrijfskolom, al kunnen we dat in relatie tot de EED als een nice to have beschouwen.

EED 2.0

In tegenstelling tot wat nu vaak gebeurt, moeten bedrijven zich niet blindstaren op de Erkende Maatregelenlijst, maar veel meer een eigen visie ontwikkelen en integraal kijken hoe ze hun bedrijfsvoering zo kunnen omvormen dat er minder energie wordt verbruikt. Dat lukt niet door eens in de 4 jaar een verslag te maken en vervolgens over te gaan tot de orde van de dag. Doorlopend verbeteren is alleen mogelijk als het structureel gebeurt, de directie commitment toont en het programma breed wordt gedragen in de organisatie.

Dat vindt ook RVO, de partij die sinds afgelopen zomer de handhaving van de energie-audits heeft overgenomen van de Omgevingsdiensten. De contouren van de EED zijn nog hetzelfde, maar RVO wil graag iets anders zien dan de afgelopen 5 jaar. RVO wil ambitie zien (doelstellingen, trends, impact) en antwoorden op vragen als: waar komt uw bedrijf vandaan, wat heeft u bereikt en wat kunt u nog meer doen?

Concrete maatregelen blijven hierbij uiteraard zeer relevant, maar blijf niet hangen bij dat laatste TL-lampje. Natuurlijk: oude, inefficiënte verlichting moet u gewoon vervangen. Maar pak vooral ook de grote energieslurpers aan, zoals grote hallen met veel warmteverlies, goederentransport en andere energie-intensieve bedrijfsprocessen.

Meer weten over de EED?
Volg dan deze tweedaagse cursus bij TVVL, waar Leo Smit een van de docenten is. Van harte aanbevolen voor iedereen die invulling moet geven aan de EED en dit gevoel van ‘moeten’ wil omzetten naar een positieve energietransitie, waarvan uw organisatie alleen maar beter wordt. Nog niet overtuigd dat dit kan? Dan bent u uiteraard éxtra welkom!